Het startte onverwachts tijdens Poort's zomer'school'week einde juli.
Vier en twintig zeer gemotiveerde deelnemers.
Máánden had ik over de voorbereiding gedaan, telkens weer ontevreden en opnieuw beginnend. Eindelijk tevreden, papers gemaakt voor elke dag, alles intens door me heen laten gaan. Gekauwd, herkauwd, alles tot eigen ervaring verteerd. De eerste dag verliep dan ook voor-bééld-ig.
's Avonds reikte ik naar het schema voor dag 2. Maar het wilde niet. Wat doe je dan als spiritueeltje van het Hier en Nu? Gewoon een nachtje slapen.
De volgende ochtend reikte ik .... het werd blanco. Maar ik moest wel 'optreden'. De ruimte zat vol deelnemers, en ontelbare witte engelen. Daar wierp ik me maar in; er zat niks anders op.
Het woord dat gesproken diende te worden diende zich pas aan op het moment dat ik m'n mond -hulpeloos- open deed.
De 'oefeningen' die gedaan moest worden, ervaringsoefeningen, niets anders, dienden zich pas aan in de stilte waarin we er eens goed voor gingen zitten, en dan nog maar stap voor stap. Het werd één wit zinderend Veld. Er was geen ontkomen aan. Ik, die toch al een kleine 20 jaar Aanwezigheid in het Hier en Nu praktiseer, kwam samen met de 24 in een egoloos collectief Veld terecht dat zich via ons wilde uiten. Zó ontzagwekkend Hier en Nu dat we nadien geen van allen meer wisten wat er gezegd was en wat er ervaringsgewijs geoefend werd. Het tastte vanaf dag 2 al onze cellen aan. Niemand kan het tot nu toe beschrijven. Eenieder van ons werd tot op het bot geraakt. Al die dagen.
Wat is er gebeurd?
Met velen van de groep hield ik kontakt, zij zijn, net als ik, allemaal bezig met een patroon uit te werken dat zich alf in het persoonlijke, half in het collectieve Veld bevindt. Iets waar we eerder geen idee van hadden dat het bestond, bestaat. Het voelt alsof delen van je ziel waarmee je in dit leven totaal geen kontakt hebt gehad, zich naar boven wringen om gezien te worden. In het spirituele wereldje wordt gesproken over 'zielestukken ophalen', een m.i. ongelukkige term, want wij haalden en halen niks op, die stukken halen òns op.
Het voelt ook als een liefdesdaad tegenover het Geheel, het Geheel in jezelf, maar vooral ook in de mensheid van Nu. Ik krijg dromen waarin ik heel veel marmeren stukken van één tempel zie, maar het sluitstuk is nog niet aanwezig, dat is nog 'onderhanden'.
Fysiek is het moordend.
Na de zomer'school'week maak ik de grove fout dit te onderschatten: ik haast me om nog gauw Tijd-Schrift de deur uit te doen en de maandduiding voor MAAGD. Dom, dom, dom, want veel te stresserig. Op vakantie bij Friese vriendin stort ik in. Kan niet meer lopen, niet meer zitten.
Nu, thuis, dank zij haar in-goede zorgen, maak ik kleine sprongetjes, afgewisseld door grote perioden van rust.
En uitwisseling met dierbaren, vooral met die van de zomergroep.
Iets voltrok zich aan ons.
En het is nog niet klaar.......................