Geen menu aan de linkerkant? Klik hier!

20 september, 2011   

omringd door dood verinnigt 't leven


Toen ik nog doceerde op de lerarenopleiding Nederlands, had ik een lievelingsstudent: een zeer eigenzinnig persoon die deswegen door de meesten uitgekotst werd. Juist daarop sloten wij vriendschap, en die verdiepte zich met de jaren, zeker al 25 jaar lang als het niet méér is.
Hij heeft een partner, een zeer eigenzinnige vrouw, die deswegen ook in mijn hart woont, al die jaren. Afgelopen zomer kocht ik een schilderij van haar 'nu het licht wordt'. Stierf vorige week.

Charles Henry Brent :
...and just at the moment when someone at my side says:
'There! She's gone,'
there are others watching her coming,
and voices ready to take up the glad shout
'There she comes!'
And that is dying.


Morgen crematie.

Op diezelfde opleiding had ik een lievelingscollega. Schitterend in ons vak. Menselijk bewogen, en altijd zorg voor de studenten. Vandaag aan z'n laatste overtocht begonnen. Al m'n kaarsen branden. En steeds hoor ik een van ons beider lievelingsgedichten, zo van rond 1400:

Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn

(Egidius, waar ben je gebleven?
Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat,
maar 't moest zo zijn, een van ons gaat, vertaling Willem Wilmink)

Dood omringt mij.
Het woord 'uitvaart' krijgt nieuwe betekenis en gevoelswaarde:
een haag van levenden, rondom de vertrekkende, een haag van levenden,
in laatste saluut
aan vrienden, aan vriendschap
voor 't leven.
















05 september, 2011   

anderen over.....

t.a.v.de 2 volgende blogs (en die weer in omgekeerde volgorde):

http://www.unplugfromthepatriarchy.com/blog/

http://ascension101.com/index.php?option=com_content&view=article&id=144:spaceship-earth-and-you-are-the-captain&catid=45:august-2011&Itemid=4






01 september, 2011   

en toch en toch en toch.........









(vervolg op het vorige blog, hieronder, 'iets voltrekt zich')





......is niet lang elke instorting wat je denkt. Dit n.a.v. de vorige weblog ‘Iets voltrekt zich’.
Ik kan alleen maar voor mezelf spreken, maar ik weet dat meerderen van de zomergroep (en ook daarbuiten) stille lichtwerkers zijn, toe aan transformatie in hetzelfde gebeuren als waarin deze gehele planeet zich nu naar toe werkt naar transformatie, dus het einde van een ziele- cyclus binnen het einde van een hele planeet-cyclus.
Pamela Kribbe legt dat zo glashelder uit in haar boek ‘Gesprekken met Jeshua’. Had ik dat boek maar eerder onder ogen gekregen....
Heel herkenbaar: er zijn enkele stadia (die natuurlijk niet precies zijn af te grenzen):
* ontevreden met het leven in een louter ego-gericht bewustzijn,- begin van het einde;
* bewustwording van je ego-gebonden patronen herkennen, in emoties en gedachten; midden van het einde;
* sterven aan je oude ego-gebaseerde energieën; einde van het einde;
* ontwaken van hartgedragen bewustzijn, gebaseerd op liefde en vrijheid; anderen helpen met deze overgang.





En ik herinner me inderdaad de leegte die ikzelf maar ook velen rondom mij voelden in de jaren ‘80, dat gevoel van ‘is dit het nu?’ Het was deze onvervuldheid die ons op zoek duwde naar vervulling, spirituele vervulling welteverstaan, want van de buitenkantvervulling hadden we al genoeg gekregen. Duizenden mensen hier, en honderdduizenden in Amerika begonnen aan wat New Age zou gaan heten: absoluut buiten-kerkelijke spirituele bronnen van heel verschillend kaliber en heel verschillende entourage, maar allemaal met de overtuiging ‘hier ligt het, hier wordt mijn dorst gelest’.
En van daaruit vrij vlot in stadium 2: alle patronen waaraan we gingen werken, die we gingen uitwerken, die we wilden loslaten, wat nog niet zo eenvoudig was, maar wel haalbaar. Honderdduizenden boeken verschenen en verschijnen hier dan over. Honderdduizenden lichttherapieën morrelden aan onze vastigheid, en wij lieten het graag toe. We ontdekten karmische draden om door te knippen, vorige levens om nog eens aan te snuiven, patronen van afhankelijkheid, van macht, van gebrek aan liefde.
Zonder het bewust te beseffen naderden we de diepste wonden in onze ziels-herinneringen. Maar het is wel dáár dat de meesten van ons stagneerden. Want het vervolg was niet duidelijk. In wezen was het vervolg wel duidelijk, zo duidelijk dat we het meestal niet zagen.
Wat weer een vorm van wrevel en onvervuldheid veroorzaakte natuurlijk. Maar ach, dat was dan wel weer zo,- we ‘moesten’ ook leren accepteren dat we niet volmaakt waren, niet waar? Liefde voor het zelf.
Ik herinner me nog dat ik dit twee jaar geleden voelde en de toverwoorden uitschreeuwde: “breek mij open!” Ik was niet de enige.
Op het scharnierpunt van individuele transformatie en planetaire, een zeer gelukkige energetische samenval voor wie er gebruik van wenst te maken, dreven en drijven onbekende zielestukken omhoog. In mijn geval de diepste wonden tussen vrouwen en mannen. Ik vertel daarover in het laatste nummer van ons Tijd-Schrift. Er spoten oude ervaringen omhoog waarin vrouwen mannen uitzogen tot op het bot, ik dus ook. En mannen vrouwen ruïneerden tot op hun laatste psychische draadjes, ik dus ook. Maar ook de mogelijke verzoening:

“Ik zat in een witte neerslag; het was geen sneeuw, maar ook geen regen. Pas na enige tijd zag ik dat het witte tranen waren.
Mannen en vrouwen in lange rijen tegenover elkaar, bewust samen wenend over wat hun was aangedaan tegenover elkaar.
Slachtoffers en daders van alle tijden in lange rijen tegenover elkaar, bewust samen wenend over wat hun was aangedaan tegenover elkaar.
Er was een stem die zei dat vergeven mooi was, maar dat het pas was opgelost als je er als partijen, ooit tegenover elkaar, samen over kon wenen.
Het storten van witte tranen ging eindeloos lang door.................”
Tijd-Schrift 2011, nr. 3.

Deze opkomende aanstormende ervaringen ontregelden mijn leven nogal. Ze sloopten me. Goddank dat ze met tussenpoos van een half jaar kwamen, maar dan nog heb ik dankbaar gebruik gemaakt van mij aangeboden deels-deskundige hulp. Deels deskundig doordat degenen die me hielpen psychologisch uitermate deskundig waren, maar de spirituele component niet in zich droegen. Toch voel ik mij door hun warmte en aandacht elke dag gedragen, tot op de dag van vandaag. Voor hen ben ik natuurlijk ook geen doorsnee hulpvrager.






De laatste maanden echter was het alsof ik stervende was. En vanaf dat ik dit uitsprak ontmoette ik er meer die dit ondergingen. Echt alsof je stervende bent, alsof de draden van je leven loslaten, alsof er geen energie meer doorstroomt, alsof het licht in de dingen die je zo graag deed en doet uitdooft. Stadium 3 van Pamela Kribbe dus. (Nlogmaals: had ik dat boek toen al maar gelezen!).
Maar ook nog iets anders: alsof er schuin achter mij een witte wezenheid voelbaarder en voelbaarder werd. Díe herkende ik: de engel die mijn ziel is. O, hoe diep verlangde ik ernaar om mij met die witte wezenheid te verenigen, mij eraan over te geven. Maar ik had slechts overgave geleerd aan het naar voren vallen in iets of iemand. Of desnoods naar boven vallen in iets of iemand. Niemand had me ooit verteld dat dè overgave naar achteren vallen is. Dus ging het maar door met de wachtende witte wezendheid achter mij, en het gevoel van stervende te zijn.
Zo liep het dus in de zomerschool. Met alle inzet van al mijn kundigheid had ik die opgezet. Met alle inzet van een levende te willen zijn kwamen de deelnemers. Duizenden witte engelen hadden zich verzameld. Twee engelmensen deden mee, onafhankelijk van elkaar. Een Veld stond gereed. En nam ons. (Zie vorige log: ‘iets voltrekt zich’). Bij het begin van de 2e dag kon ik niets anders doen dan mij, en dus ons, in het witte diepe te storten; er was nog geen woord dat meer gepland kon worden, er was geen enkele ervaringsoefening meer waarop kon worden teruggevallen.
Wij kantelden.

Ooit was gezegd, ook door Jeshua, maar dan via Mária Hillen:
"op dat laatste plateau wacht de engel je en neemt je bij de hand, omdat wat daar op het laatste plateau ligt, nog niet in het menselijk bewustzijn aanwezig is." Vergeten.

Over de anderen, en over enkelen die ‘in de geest’ met ons meededen mag ik niets zeggen natuurlijk; de meesten zijn nog bezig.



Maar ik had me overgegeven, gigantisch, en besefte het niet. Dus stortte ik me bij thuiskomst in het vertrouwde gezwoeg om allerlei POORT-werk op tijd de deur uit te krijgen: Tijd-Schrift, Maandduidingen, honderd en één emails, enz. Twee weken waarin ik mijn eigen vijand werd. Mezelf uitputte. Zweet uren lang van mijn rug en hoofd gutste. Te moe om te eten, en zeker te moe om te slapen.
Goddank logeerde ik toen een week bij mijn liefste Fryske vriendin, die zich rot schrok van mijn uitputting, en me alle ruimte gaf om alleen maar te ademen, alleen maar te ademen. En me te laten voelen hoe geliefd ik was vanuit gene zijde.
Dat laatste was/is zó nodig. Want juist door het doorwerken van de wond (stadium 3 dus) kan je jezelf erg verworpen en zwart en schuldig tot aan de dood toe gaan voelen; je hebt immers aan alle kanten meegedaan? En toch weet je dat het dan niet om oplossing van schuld gaat, maar om te durven zien, zien, en nog dieper zien......

Ik vocht tegen mijn uitputting. Maar dromen kwamen er dat ik een tempel (mezelf natuurlijk) herbouwde,- alleen het sluitstuk ontbrak nog.
Ik vocht. Ik deed alles om normaal te worden, en niet zoveel rust nodig te hebben. Ik ging zelfs, wanhopig geworden, op resonantietherapie. Dom, dom, dom, omdat deze soort therapie gebruik maakt van dezelfde golven als waar een bewustzijn uit bestaat. Voor lichamelijke oppeppers wellicht heel weldadig, voor mensen van stadium 1 en 2 misschien ook wel, maar voor bewustzijns die onze gang tussen 3 en 4 doormaken een bombardement dat enkel destructie veroorzaakt. Op het moment dat ik m’n afspraak afzegde, en de flesjes Rejuvenation (duur!) door de gootsteen spoelde, kantelde er iets in mij. Ik had mijn laatste draad ‘afhankelijkheid van mensen die het beter weten’ doorgeknipt.
Die nacht heb ik mij bewust en vrijwillig achterover laten vallen, de witte aanwezendheid in. De witte aanwezendheid ving me op, en zei: “vanaf nu acteer je niet meer tégen, maar méé”.
“Mee”werd het woord.
Ik ben een ander geworden.
Ik adem vanuit mijn Ander.

Daarin ben ik niet de enige.
De stille ruimte achter mijn hart geeft aan wat goed is nu, en wat niet. Daar woont iets zo zachts nu als ik in mijn hele nogal hard- en fel-gekleurde leven nooit heb ervaren. Het wolkt nu en dan door mijn lichaam, dan geeft het me hernieuwde levenskracht. Maar héél zacht.
Van dat doordringende zachte.



de afbeeldingen zijn schilderijen van Paul Klee








Archief

juli 2006   augustus 2006   september 2006   oktober 2006   november 2006   december 2006   januari 2007   februari 2007   maart 2007   april 2007   mei 2007   juni 2007   september 2007   oktober 2007   november 2007   december 2007   januari 2008   februari 2008   maart 2008   april 2008   mei 2008   juni 2008   juli 2008   augustus 2008   september 2008   oktober 2008   november 2008   december 2008   januari 2009   maart 2009   april 2009   mei 2009   juni 2009   juli 2009   augustus 2009   september 2009   oktober 2009   november 2009   december 2009   januari 2010   februari 2010   maart 2010   april 2010   mei 2010   juni 2010   juli 2010   augustus 2010   september 2010   oktober 2010   november 2010   december 2010   januari 2011   februari 2011   maart 2011   april 2011   mei 2011   juni 2011   juli 2011   augustus 2011   september 2011   oktober 2011   december 2011   januari 2012   februari 2012   maart 2012   april 2012   mei 2012   juni 2012   juli 2012   augustus 2012   september 2012   oktober 2012   november 2012   december 2012   maart 2013   april 2013   juni 2013   september 2013   oktober 2013   februari 2014   maart 2014   september 2014  

This page is powered by Blogger. Isn't yours?