Laat me maar meteen met de deur in huis vallen: ik ben bijna 69, en ik ga in juni (voor de 5e keer) naar mijn geliefde Turkije, maar deze keer totally basic: drie weken in een gewoon huis, in een gewoon Turkse-mensen-dorp, en op m'n eentje. Anders dan aan de hotelkust waar je geen woord Turks hoeft te kennen, kennen ze in dit dorp geen woord Engels.
Dus ben ik al sinds de herfst Turks aan het leren, het is een prachtig-klinkende taal, maar hij valt ècht nìet mee!
Ik geniet via Nedwerk Turkije, in een klein groepje, van een uitstekende leraar die je de taal laat dóen: spreek, spreek, spreek. Hij is echt goed in uitleggen, en ik kan het weten, want ik leidde tot aan m'n pensioen leraren (Nederlands) op, en volg nog elke dag alle onderwijsvernielingenvernieuwingen op de voet.
Maar gisteren onderging ik de onderwijsconfrontatie van m'n leven.
Turks studeer ik vlijtig,
elke dag, behalve donderdags want dán moet ik bijkomen van de klap van de les op woensdagavond waar je ervaart dat je nóg níks weet,
via de enige weg die ik dacht dat er bestond: grammatika en woordjes leren, en dit allebei elke dag anderhalf uur zeer geconcentreerd. De meeste vragen die ik heb zijn dan ook grammatikavragen, want Turks is enerzijds heel consequent, anderzijds ook heel speels. In het kleine groepje waarin we intensief les krijgen, merkte ik dat de anderen bij mijn vragen ogenblikkelijk afhaakten. Dus gooide ik de vraag in de groep van waarom. Blijkt dat zij de grammatika helemaal niet gebruiken, terwijl het Turks stikt van de naamvallen (6), achtervoegsels, klinkerharmonieën en wat dies meer zij.
Nóg had ik niks in de gaten: 'hoe doen jullie dat dan?'
'Gewoon op het gevoel.' Leraar rond de 40, een vrouw iets meer dan 40, een vrouw rond de dertig, andere achterin de 20, inclusief leraar knikken ze allemaal heftig.
'Jij ook?' vroeg ik m'n allerwegen-gediplomeerd leraar. 'O ja,' zei die, 'ze lieten wel de wetenschappelijke methode op mij los, maar dat ging absoluut niet. Ik ben gewoon met klanken begonnen.'
Met wetenschappelijke methode bedoelde hij: grammatika!
Grammatika! = wetenschappelijk = oud! Grammatika, de bodem van mijn docent-Nederlands-ziel!
Pas toen begon het mij te dagen dat ik met een volgende generatie te maken heb die met een taal gewoon in het diepe gegooid wordt. Pas toen begon het mij te dagen waarom die schat van een leraar een keer mijn voorbereiding van een moeilijke leestekst in het oog kreeg en uitriep: 'mijn hemel, dat lijkt wel een diepte-analyse'.
Ik ben oud!
Ik ben nog van een generatie die een taal aan de hand van regels en constructies leert. Ik zou het op m'n gevoel niet eens kúnnen leren!
De leraar, Peter, zag mijn sprakeloosheid (hij is overigens heel goed in grammatikaal beantwoorden, en zijn leerboek is ook een echt goed leerboek daarin; anders was ik al lang verdwaald gezwommen) en zei: 'maar er zijn méér manieren om een taal te leren.' De anderen knikten heftig.
Maar ik voelde mij oud, oud, van een generatie die zo achterhááld is in leermethoden! Alsof ik een fossiel was. Van het oude leren, voel je?
En vandaag snáp ik nog niet hoe je zonder grammatika goed een taal kunt leren, ik snáp het niet.
'Maar', trachtte hij me te troosten, 'er komt weer een nieuwe generatie aan: ik zeg tegen mijn (Nederlandse) leerlingen: 'pak je boek', en ze kijken me met lege ogen aan. Dan zeg ik: 'dat is zo'n vierkant ding, weet je wel, met een harde rug en als je het bij die harde rug vastpakt en heen en weer wappert, dan zie je allemaal blaadjes met lettertjes erop. Dan snappen ze het: o, een bóek! Want zij zijn al helemaal beeldtalig geworden. Zij kennen bijna geen woorden meer!' De anderen knikten: zo zijn hun kinderen ook.
Ik was níet getroost en ook niet te troosten.
Sterk gekrompen hompelde ik naar huis.
Waar hoor ik nog?
Ik ben van het óude leren.....
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Een reactie posten